Nederland prutsland (2)

In een eerder bericht uitte ik mijn ongenoegen over falende overheidsinstanties waar onkundige mensen er een puinhoop van maken. Helaas blijft dit gewoon doorgaan: vanochtend las ik dat de begroting van de renovatie van de Afsluitdijk meer dan 2 keer zo hoog gaat worden – van €900 miljoen naar €2 miljard. Bovendien is de uitvoering vertraagd met ruim 3 jaren.

De oorzaak van deze enorme overschrijding: Rijkswaterstaat had informatie over golfhoogten en waterstanden fout aangeleverd. Alsof de Afsluitdijk er al niet sinds 1932 ligt, alsof kennis van waterstanden al niet sinds mensenheugenis in Nederland voorhanden is en tot de kerntaken van Rijkswaterstaat behoort. Blijkbaar kunnen mensen, die een miljard € aan belastinggeld mogen uitgeven, niet meer overweg met peilstok en tabel. Te beschamend voor woorden is alles wat ik er verder over wil zeggen.

Het is daarom de hoogste tijd dat prutsers die Toerisme hebben “gestudeerd” vertrekken bij cruciale overheidsdiensten als Rijkswaterstaat. Wanneer komt er weer een ingenieur terug in de directie van Rijkswaterstaat?

Nederland prutsland

Eerste officiële matige vorst zorgt meteen voor problemen op het spoor” staat in de Telegraaf vanochtend.

Een klein beetje rijp op de bovenleiding leidt tot problemen ……….. Het is symptomatisch voor alles wat er fout gaat in dit land. Een kleine tegenslag en oooooooh de zaken werken niet meer. Kijk naar de ziekenhuizen. € 100 miljard per jaar aan deze monsterpost op de rijksbegroting maar o wee als er een paar coronapatienten moeten worden verpleegd, dan is er geen “capaciteit”. Wat doen ze dan eigenlijk wel van die € 100.000.000.000 ?

Redundantie, robuustheid en degelijkheid zijn vervangen door lege verhalen, vergadertijders en “efficiëntie”. Waar vroeger het spoorbedrijf werd gerund door ingenieurs en de treinen gemaakt door de vaklui van Werkspoor, worden de burelen nu bevolkt door consultants (= mensen zonder verantwoordelijkheid maar wel met een grote mond) en bestuurskundigen of economen die niets anders kunnen dan papier produceren en onuitvoerbare plannen bedenken.

Dezelfde faalaanpak is ook te vinden bij andere (semi-)overheidsinstanties waar onkundige “managers”, bijna zonder uitzondering opgeleid in een of andere niet relevante studie, pogen complexe technische of medische problemen op te lossen en dan verzanden in een drijfzand aan plannen en regels die tot niets leiden. Of het nu om ICT systemen, asielcentra of volkshuisvesting gaat, het eindigt altijd met soms volledig falende of ten hoogste gebrekkig werkende resultaten. Verantwoordelijkheid voor het falen wordt afgeschoven. Als het fout gaat blijven de faalhazen zonder gevolgen op hun plek of worden, bij een complete implosie, ergens anders aan een fijne post geholpen, en gaan dan gewoon verder met falen.

Als je deze betonrot analyseert, kom je uiteindelijk uit bij de top van de overheid. Deze is door en door verrot. De grootste rotte plek zit bovenin – de totaal onkundige ex-Calvé personeelszakenmedewerker Mark R. die met leugens, slijmerige praatjes en een totaal gebrek aan visie al meer dan 10 jaren grote schade aan dit land aanricht.

R. omringt zich graag met leeghoofden om, indien gewenst, de schuld voor falen op te kunnen afschuiven. Neem de huidige minister van volksgezondheid (Hugo de J.). Deze nitwit moet zich bij werkelijk alles laten souffleren door een leger aan ongekozen en ingehuurde narren omdat zijn inhoudelijke kennis over volksgezondheid volledig ontbreekt. De beste man kan niets ander dan het doorgeven van wat hem wordt ingefluisterd. Een eigen stem of visie is afwezig. De hoofdverantwoordelijke voor de wanorde (R.) vindt dit uiteraard prima, zo is hij zelf ook.

Een andere typische aanpak van R. is dat hij zijn eigen onkunde als model ziet voor de rest van de overheid. Zo is er de “algemene bestuursdienst”. Dit is een draaimolen voor ambtenaren die hun gebrek aan vakkennis zo breed mogelijk mogen uitsmeren bij alle overheidsinstanties. Dit leidt tot verrassende situaties:

Wie bijvoorbeeld denkt dat de baas van Rijkswaterstaat (RWS) een waterbouwkundig ingenieur is , komt bedrogen uit. In het verleden (de grote jaren van de Nederlandse weg- en waterbouw, met de uitbouw van het snelwegennet en de uitvoering van de Deltawerken als in het oog springende resultaten) was de top van Rijkswaterstaat zonder uitzondering ingenieur. Tegenwoordig gaat dit anders, want beter. De hoogste baas (de directeur-generaal) sinds 2017 is van huis uit een “toerismedeskundige” met een aanvullende opleiding als “organisatiesociologe”. Verdere ervaring deed zij op bij de Algemene Rekenkamer en het ministerie van Justitie.Dit zijn nou niet echt de vaardigheden die je verwacht bij iemand die de hoogste eindverantwoordelijke is voor het beheer van alle wegen, dijken en bruggen in Nederland. Naast haar staat opgesteld de hoofdingenieur-directeur Verkeer- en Watermanagement. Dan denk je meteen aan iemand die in Delft Civiele Techniek heeft gestudeerd, toch? Maar neen, zij studeerde Rechten en Bestuurswetenschappen in Groningen, gevolgd door werk bij een gemeente en het ministerie van economische zaken. Fijn om te weten dat zo’n jurist met kennis van economische zaken het laatste woord heeft bij het beheer van dijken en wegen! Hoe het de rest van de organisatie gaat weet ik niet, maar binnenkort wordt waarschijnlijk de laatste ingenieur het pand uitgejaagd om ruimte te maken voor “diversity officers” en communicatiedeskundigen.

Als een blinde in het duister moet de RWS directie bij het uitvoeren van het werk extern ingehuurde “experts” aansturen. Hoe zij dat doen is volslagen onduidelijk, want controleren of het goed gaat kan de directie niet. Vaak worden dan “andere experts” ingehuurd om de “eerste experts” te controleren. Er ontstaat een circus van externe partijen die onderling babbelen maar nooit verantwoordelijk zijn. Uiteindelijk helpt alles niets, want de verantwoordelijken (de toerismedeskundige en de jurist) zijn nog steeds onkundig om te beoordelen of het goed gaat. In de bedrijfsvoering ontbreekt daarmee de cruciale mogelijkheid tot bijsturing van het primaire proces. De gesloten lus rond het primaire proces wordt daarmee een open lus en elke eerstejaars student regeltechniek kan uitleggen dat dit ongewenst en gevaarlijk is. Maar ja, zo’n technisch verhaal is natuurlijk niet besteed aan de non-valeurs die ik hierboven genoemd heb – zij begrijpen het waarschijnlijk niet eens.

Wat er nodig is in om dit te doorbreken is (om te beginnen) de onmiddellijke verwijdering van Mark R. en zijn trawanten uit de regering. Daarna moeten wij (weer terug) proberen te gaan naar een land waar vakkennis, eerlijkheid, verantwoordelijkheid en langetermijndenken de doorslag geven. De consultants, bestuurskundigen en sociologen moeten weg van de plekken waar vakkennis en inhoud de doorslag geven. Alleen op deze manier zal het lukken om Nederland welvarend, vreedzaam en als fijne plek om te wonen, te houden.

Om bij de spoorperikelen terug te komen, de trein moet weer tegen een stootje kunnen:

Een trein die tegen sneeuw en vorst kan …. ongelofelijk!

Waarom kunnen de Zwitsers wel een trein in de sneeuw, tegen de helling op en bij -30 graden C laten rijden? Als je die vraag kunt beantwoorden ben je al op de goede weg!

Het roer moet om

Mark vind hogere belastingen een goed idee.
Mark vind hogere belastingen voor meer collectieve uitgaven ook een goed idee.
Joop aan het drammen
Joop aan het drammen voor hogere collectieve uitgaven.

VVD verkiezingstekst uit 1977:

Het staatssocialisme van Den Uyl Rutte bedreigt ons. Bijna alle groei gaat op aan collectieve voorzieningen. Uw persoonlijk inkomen blijft achter.

Waar blijft de keuze-vrijheid voor de burger?

De VVD Het FvD heeft vele malen gewaarschuwd. Het Centraal Planbureau geeft ons nu gelijk ………..

U kunt ons daarbij steunen door lid te worden van de VVD het FvD ….

Verkiezingscampagne 1977 2020

The horrible Robert Mugabe is gone!

The bastard is gone

Seven years ago I wrote a piece to ask for attention in removing this man from power.

Inevitably, yet after waiting a very long time, it has happened !

The Hitler of southern Africa is gone. The stinking hyena, the epitome of corruption and violence has died.

The man who ruined Rhodesia with his communist friends from China, who took Zimbabwe into his claws and wrecked it beyond recognition of the prosperous country it was in the 1960s and 1970s.

I rejoyce in a new era for Zimbabwe without this man. Rebuild the pearl of southern Africa!

Nederland moet de Europese Unie verlaten! Terug naar de EEG en niet verder.

Een verhaal van Thierry Baudet over de Europese Unie dat het lezen meer dan waard is. Lees en huiver over de dictatuur die EU heet :

“In zijn dystopische klassieker, The Managerial Revolution (1941), introduceert de Amerikaanse politicoloog James Burnham het concept ‘gecontroleerde democratie’. Volgens hem zullen de Europese burgerdemocratieën in de tweede helft van de twintigste eeuw – min of meer ongemerkt en stapje voor stapje – worden overwoekerd door bureaucratische netwerken die achter de schermen, ver verwijderd van electoraat en publiek debat, de werkelijke beslissingen nemen. Terwijl de reële democratische volksinvloed daardoor verdwijnt, verwacht Burnham nadrukkelijk niet dat de Europese staten ook in naam zullen worden opgeheven. ‘De vele landen die feitelijk worden opgeheven zullen in naam blijven bestaan; ze kunnen als bestuurlijke subdivisies blijven functioneren, maar hebben geen soevereiniteit meer’. Ook zullen er verkiezingen blijven; die geven de managers immers inzicht in de preferenties van de consument-burger terwijl ze bovendien aan mogelijke tegenkrachten een uitlaatklep bieden. Burnham voorspelt dus politiek theater in de vorm van schijnverkiezingen tussen kandidaten die over alle wezenlijke kwesties eender denken, die vervolgens tegen een vast maandsalaris voor de ogen van de argeloze toeschouwer debatteren in schijnparlementen, terwijl ondertussen allang vaststaat wat de uitkomst zal zijn – de knopen zijn immers elders al doorgehakt. Het werk van James Burnham vormde niet alleen de belangrijkste inspiratiebron voor George Orwell’s 1984, de kans is groot dat Burnham ook een beslissende invloed heeft gehad op Jean Monnet en Robert Schumann – de bedenkers van de huidige Europese Unie. Want nadat zij in eerste instantie probeerden om met open vizier een ‘United States of Europe’ door de nationale parlementen te loodsen (en zodoende langs koninklijke weg de volkeren onder te brengen in een continentaal staatsverband) kozen ze, nadat het Franse parlement hun plannen (onder luid gezang van de Marseillaise) in 1954 wegstemde, voor precies deze geleidelijke, tersluikse benadering uit The Managerial Revolution om alsnog hun doel te bereiken. Deze eurocraten zelf noemen hun strategie ‘functionalisme’, en het idee daarvan is dat door het zogeheten spillover effect steeds meer macht – onvermijdelijk – centraal komt te liggen. De ene ‘functie’ dwingt tot de andere ‘functie’. Dus: je verkoopt open grenzen als een handigheidje; en na verloop van tijd doe je alsof je verbaasd bent dat ze dwingen tot centraal immigratiebeleid. Je presenteert de eenheidsmunt als facilitator van de handel zonder dat er soevereiniteit mee wordt overgedragen; als de (onvermijdelijke) kredietcrisis zich aandient, druk je er centrale begrotingscontrole doorheen. In de leugenachtige woorden van Monnet zelf: “Wij wensen dat de gemeenschap gestalte krijgt in een geleidelijk proces van verandering. Pogingen de vorm te voorspellen die zij uiteindelijk zal aannemen zijn een contradictio in terminis.” Terwijl hij eerder nog openlijk had toegegeven dat hij simpelweg streefde naar een federale staat, ging het vanaf nu ineens om een ‘open toekomst’. Het kon zelfs schadelijk zijn om hier te veel kritische vragen bij te stellen: “Vooruitlopen op de uitkomst smoort de inventiviteit”, aldus Monnet. “Alleen met doorzetten, voorwaarts en omhoog, zullen we nieuwe horizonten ontwaren.” In zijn poging het Europese project van een filosofische rechtvaardiging te voorzien schreef de Duits-Amerikaanse bestuurskundige Ernst Haas eind jaren zestig dat ‘wij geen enkel ander alternatief hebben dan onze toevlucht te nemen tot geleidelijkheid, tot omwegen, tot functionalisme, als we een regio wensen te integreren.’ Hij vervolgt: ‘De functionalist die vertrouwt op geleidelijkheid en omwegen om zijn doel te bereiken, moet een strategie kiezen die veel mensen verenigt en weinigen vervreemdt. Hij kan slechts met kleine stapjes en zonder helder logisch plan vooruitkomen, want als hij met forse stappen en op meesterlijke wijze vooruit zou komen, dan zou hij de steun van velen verliezen. Het volvoeren van dit pad maakt integratie ‘vrijwel vanzelfsprekend’, legt Haas uit, totdat deze dan uitmondt ‘van niet meer dan een douane-unie in een economische unie en een politieke eenheid’. Precies zo is het gegaan. Achter de ogenschijnlijke vrije, spontane samenwerking van nationale democratieën gaat inmiddels een vrijwel geheel opgetuigde continentale superstaat schuil – stapje voor stapje opgebouwd en verscholen in de onmetelijke burelen van de Brusselse bureaucratie, in Commissievergaderingen en schimmige achterafzaaltjes, in richtlijnen die soms pas jaren later in werking treden, in strategische akkoorden of besluiten van het ‘comité voor de regio’s’. De speelruimte van de lidstaten is gereduceerd tot vrijwel nul. Een voorbeeld. Vorige zomer heeft het Nederlands parlement het associatieverdrag van de Europese Unie met Oekraïne geratificeerd. Samen met GeenPeil en het Burgercomité EU heeft mijn denktank Forum voor Democratie vervolgens meer dan 300.000 handtekeningen in een periode van zes weken verzameld – waarmee een (adviserende, niet-bindende) volksraadpleging over dit besluit werd geforceerd. Het referendum werd gehouden op 6 april 2016 en resulteerde in een massief NEE van 61 procent. Toen gebeurde iets eigenaardigs. Premier Mark Rutte verklaarde bescheten dat het Nederlandse parlement het verdrag weliswaar had geratificeerd – en formeel was een dergelijke ratificatie ook noodzakelijk geweest – maar dat óók als ons land nu zijn handtekening zou intrekken, het verdrag alsnog gewoon door zou gaan. Met andere woorden: onze hele nationale ratificatieprocedure was één grote schijn geweest. Al die debatten over nut en noodzaak van het verdrag waren niets dan window-dressing. Natuurlijk maakt de EU nog altijd gebruik van nationale parlementen en nationale ratificatieprocedures; natuurlijk schaft men de instituties die democratisch brood en spelen bieden niet af; maar hun betekenis is symbolisch geworden. Het is, precies zoals Burnham het noemt, een vorm van ‘gecontroleerde democratie’. Een paar maanden later deed zich een volgend treffend voorbeeld voor. Het Nederlandse parlement kreeg een paar uur (!) de tijd om honderd bladzijden EU-plannen over centrale pensioenregels door te nemen. Mocht de minister haar goedkeuring geven aan dit grandioze schema dat uiteindelijk meer dan 1.200 miljard euro Nederlands spaargeld onder Brussels gezag zou stellen? Men stemde er inderdaad maar gewoon mee in. Verbijsterd belde ik een parlementslid van de Christendemocratische fractie op. Hij zei dat het ondoenlijk was geweest om in het korte tijdsbestek uit te zoeken wat precies de consequenties van de voorgenomen maatregelen zouden zijn. Bij twijfel op de rem gaan staan was echter geen optie… want Nederland had toch allang geen vetorecht meer in de Brusselse afdelingen waar dit soort zaken werden besloten! De vergelijking dringt zich op met een strenge onderwijzer, die de leerling huiswerk opgeeft en zegt: ‘Dit ga je maken, goed? Spreken we dat af?’ De vraag is louter retorisch, louter voor de vorm – en is even vernederend voor de leerling als de kunstmatige schijninstemming met Europese besluiten is voor de volkeren van het continent. Nationale politieke leiders worden ondertussen gecoöpteerd, doordat hen een toekomstige positie in het vooruitzicht wordt gesteld met hoog (en grotendeels belastingvrij) salaris, met chauffeur en andere uitstekende arbeidsvoorwaarden – en zonder enige mogelijkheid om uit die positie ontheven te worden door dwarsliggende electoraten. Onze minister van Financiën is zelfs tijdens zijn nationale loopbaan – en juist op het moment dat Nederland voor problemen dreigde te gaan zorgen wegens twijfel over steunmaatregelen voor Griekenland! – voorzitter gemaakt van de eurogroep. Een grotere schending van de machtenscheiding is nauwelijks denkbaar; de heer Dijsselbloem is daardoor immers aanklager en rechter tegelijk geworden! Maar het kon allemaal in eurotopia; en nauwelijks was hij overigens benoemd of hij schafte de ministeriële werkgroep af die na moest denken over exit-strategieën bij een volgende eurocrisis. Toeval? Eh. Ik denk het niet. Ook het maatschappelijk middenveld is in de greep van de EU gekomen. Oxfam, het Wereldnatuurfonds, One World Action, en honderden (zo niet duizenden) andere ‘goede doelen’ ontvangen jaarlijks miljoenen euro’s aan subsidie van de EU – en wie keert zich nou tegen de hand die hem voedt? Door de EU opgerichte ‘beroepsverenigingen’ doen daar nog een schepje bovenop. Zo is daar de European Union of Journalists, de European Women’s Lobby, de European Cyclists’ Federation, enzovoorts – allen geheel onderdeel van het Brusselse managementsysteem, en ook zij bepleiten uiteraard voortdurend het nut van verdere Europese machtsvergroting. Op universiteiten wordt het project ondertussen door de bekleders van de Jean Monnet-leerstoelen gepropageerd – en zó sterk is daar de pensée unique, dat bevriende medewerkers aan economiefaculteiten mij regelmatig op fluistertoon vertellen dat ze onmogelijk openlijk kritiek op de euro zouden kunnen hebben. Ze zouden geen promotie meer kunnen maken, geen aanstelling meer kunnen bemachtigen. En wat te denken van de academische onderzoeksgelden? Verwacht iemand werkelijk dat kritische geluiden door het Europese ‘Horizon-netwerk’ (dat miljarden aan voorheen nationale onderzoeksgelden mag besteden) worden gehonoreerd? Dan toch liever een studie naar de gevaren van ‘nationalisme’ of ‘xenofobie’ (zoals kritiek op de open grenzen in Orwelliaanse eurospeak wordt genoemd). Ook heeft de EU zich ontpopt tot beste vriend van het grootbedrijf. Ook al presenteert ze zich als bestrijder van kartels, in wezen werkt de EU kartelvorming in de hand doordat lobbies van grote bedrijven direct aan tafel zitten bij de Commissie (in de zogeheten ‘expert-groepen’) en regelgeving opstellen die het voor deze multinationals mogelijk maakt hun product over de gehele EU uit te rollen en ondertussen, middels veel te strikte voorwaarden, kleine ondernemers te verpletteren. Denk aan het verbod op het slachten van dieren op boerderijen (officiële doel: ‘bescherming van de volksgezondheid’). De bio-industrie vaart er wel bij, kleine biologische eenpitters gaan eraan onderdoor. Denk aan de regels voor bed&breakfasts (bijvoorbeeld met betrekking tot sanitaire voorzieningen of het houden van huisdieren), waardoor het steeds lastiger wordt voor kleine en middelgrote ondernemers om te concurreren met grote hotelketens. Denk aan de regels voor glazenwassers en condooms; voor groente en fruit; voor rauwmelkse kazen, voor witte en gele koplampen, voor stofzuigers van meer dan 1800 watt, voor koffiezetapparaten en vitamine-preparaten… Als je goed kijkt blijkt er steeds een klein groepje grote, grensoverschrijdende bedrijven achter te zitten die het Midden- en Kleinbedrijf (waar de eigenlijke welvaart en innovatie zit) wegdrukken met regelgeving die – ogenschijnlijk – in het belang is van één of ander vaag, abstract doel. Dierenwelzijn, vrouwenemancipatie. Iets met milieu. Big business en big government gaan dus hand in hand en vormen een conglomeraat van managers waarin men elkaar de bal toespeelt – vandaar ook dat de overstap zo gemakkelijk is geworden en voormalig Goldman Sachs-topman Draghi bijvoorbeeld een transfer maakte naar de ECB terwijl Barroso onlangs naar Goldman Sachs verkaste; vandaar dat Verhofstadt 190.000 euro per jaar incasseert als adviseur van investeringsfondsen met schaliegasbelangen (onder meer in Oekraïne) en Hans van Baalen behalve Europarlementariër ook commissaris was bij Mercedes-Benz. Hoeft het nu nog te verbazen dat de auto-industrie erin slaagde om ‘samen met de Europese Commissie’ wetgeving te vervaardigen die grote voordelen bood aan… dieselmotoren? Terwijl in Japan volop experimenten gaande waren met elektrische auto’s had Volkswagen begin jaren ’90 de TDI-dieselmotor te slijten. Het geheel aan EU-regels dat werd opgesteld werd gepresenteerd vanuit het oogmerk van milieubescherming (want dieselmotoren stoten minder CO2 uit dan benzinemotoren). Maar ondertussen vervuilt diesel tot twintig keer meer dan benzine. Het gevolg van de stimulans: het marktaandeel van dieselmotoren groeide van zo’n 10 procent in 1995 tot meer dan 50% in 2012. Ook een gevolg: duizenden doden door onder meer stikstofdioxide. Luchtvervuiling doodt wereldwijd immers meer mensen dan AIDS en malaria tezamen. Daarbij is het van belang om te begrijpen dat al deze processen en systemen natuurlijk niet vanuit één centrale plaats worden aangestuurd – de truc is juist dat de Europese soevereiniteit niét is vast te pinnen. Integendeel, zou ik welhaast willen zeggen: de soevereiniteit is volledig verwaterd en verdund, als damp heeft zij zichzelf vertakt en verspreid en vermengd. Haast iedereen is daardoor de greep erop verloren. De Commissie initieert, de Raad van Ministers vergadert (notulen geheim), de Raad van Regeringsleiders doet nog een duit in het zakje en dan zijn daar nog het Hof van Justitie, de overlegorganen met nationale politici, de geformaliseerde lobby-organen, de zogeheten Coreper-bijeenkomsten en niet te vergeten: het ‘parlement’, een orgaan met 751 leden die van zichzelf beweren de 600 miljoen Europeanen die elkaar onderling niet kunnen verstaan te vertegenwoordigen, en die mogen meepraten met allerlei zaken die in en rond de EU gebeuren. Enfin. Het resultaat van dit alles is een machinerie die niemand meer in de hand heeft, die niemand kan controleren – en die niemand kan hervormen. Maar nu komt het meest verbijsterende: ook de grootste eurofiel erkent dit. In een bijzonder cynische manifestatie van opnieuw Orwellianse eurospeak wordt dit gegeven – dat zo wezens-eigen is aan de EU! – het ‘democratisch deficiet’ genoemd. Men kijkt ernstig en sereen en herhaalt: ja, u heeft gelijk, er is een ‘democratisch tekort’. Briljant! Alsof het een tijdelijk falen betreft dat ongewenst is, maar overkomelijk. Een financieringsprobleempje waarvoor overbruggingskrediet nodig is. Te weinig vitamientjes. Slaapgebrek. Iets dat zich in elk geval spoedig zal herstellen. Een onbalans die binnenkort weer in evenwicht komt. Maar zoals Burnhams analyse van de managersrevolutie duidelijk maakt: de afschaffing van de democratie door de EU is net zo min tijdelijk als overkomelijk. De EU is niet zozeer ondemocratisch als wel antidemocratisch. Een democratische EU is onmogelijk. De plannen van Monnet en Schumann die in 1954 met open vizier werden gepresenteerd en werden weggestemd, zouden vandaag de dag wéér worden weggestemd. Niemand wil in een ‘United States of Europe’ leven. Europa is geen land. We verstaan elkaar niet. 600 miljoen is veel te veel voor een goed werkende, transparante volksregering. Dus moeten regeringsleiders, parlementen en andere politici doen alsof. Ze moeten doen alsof de EU geen staat is en ook nooit een staat zal worden; ze moeten doen alsof ze greep hebben op de Brusselse besluitvorming; alsof de mensen daar ‘democratisch’ gekozen zijn en alsof zijzelf verantwoording verschuldigd zijn aan de kiezer en door hem af te rekenen zijn – om het Copernicaans te zeggen: ze moeten doen alsof ze in een baan rond de kiezer zweven. Maar dat is allang niet meer het geval. Ze zijn onderhorig aan Brussel en ingelijfd door het continentale systeem. De EU draait niet om de natiestaten heen – de natiestaat is een satelliet geworden in het blauwgele sterrenstelsel van de EU. In 1946 schreef George Orwell een uitgebreide kritiek op het denken van Burnham. Uiteindelijk, stelde hij, zal de heerschappij van de managers niet kunnen voortduren omdat (1) het een gesloten kartel is waarin na verloop van tijd te slechte en te zwakke mensen komen bovendrijven om het systeem nog langer gaande te houden, en (2) de menselijke vrijheidsdrang te groot is en dankzij de moderne communicatiemiddelen niet kan worden ingekapseld. Hoewel Orwell in zijn roman 1984 zou voortbouwen op de visionaire dystopie van Burnham, en een wereld zou schetsen waarin de macht van de managers compleet en eeuwigdurend is geworden, bood hij in zijn politieke filosofie juist een aanknopingspunt voor hoop. De praktische vertaling daarvan, de uitweg zogezegd, is het referendum. Overal in Europa zien we de roep om het plebisciet, om directe volksinvloed. Burgers vragen in massaal ondertekende petities om zeggenschap, politici kunnen er niet meer omheen en beloven schoorvoetend aan hun kiezers meer directe beslissingsmacht. Omdat de EU nog altijd lippendienst verleent aan de ‘democratie’ en beweert (hoe onzinnig dat ook is) te handelen in naam van de bevolking, zijn referenda de achilleshiel van het managerssysteem. Een volksopstand kan gemakkelijk worden neergeslagen; nieuwe politieke bewegingen kun je inkapselen; maar referenda vallen buiten de greep van de bureaucraat-heersers. Met één referendum is de strijd natuurlijk niet gewonnen. Zowel de Fransen als de Nederlanders zeiden in 2005 met overweldigende meerderheid NEE tegen de Europese Grondwet. Een paar jaar later kwam die Grondwet er alsnog, zij het onder een andere naam. Jarenlang bleef het stil, totdat de Grieken in 2015 weer mochten stemmen en NEE zeiden in het referendum over de voorgestelde bezuinigingsmaatregelen. De EU besloot om premier Papandreou af te zetten en te vervangen door een ongekozen voormalige vice-president van de ECB (Papademos). Hoe lang houden de eurocraten dit nog vol? Het tweede Nederlandse referendum – eerder dit jaar – kan niet opnieuw volledig genegeerd worden. De keuze van de Britten om uit de EU te stappen zal grote gevolgen hebben. In de herfst zullen Hongarije en Oostenrijk een referendum houden over Europese immigratiequota. Finland overweegt een referendum over de euro. In november stemt Italië over de Europese bezuinigingsmaatregelen. Onlangs wierp ook de Tsjechische president een balletje op voor een referendum over uittreden – een zogeheten Czexit. De coalitie van Vrije Landen werd tot nu toe geleid door Noorwegen, IJsland en Zwitserland. Met Groot-Brittannië als vierde lid begint het een winnend team te worden. Door de Britse onderhandelingen met de EU zal het alternatief voor een continentale superstaat duidelijke contouren gaan aannemen. Een veel aantrekkelijkere samenwerking op basis van vrijheid, soevereiniteit en democratie kan gestalte krijgen. Nu is het moment om door te pakken en het imperium van de managers ten val te brengen. Nu is het moment om de gecontroleerde nepdemocratie te vervangen door volksregeringen die verantwoording verschuldigd zijn aan ons, burgers, en die handelen in onze belangen. Het gaat natuurlijk bar slecht met ons continent en het wanbestuur is stuitend. Maar ik ben vol hoop voor de toekomst!”

THIERRY BAUDET

Dit is de Nederlandse versie van een essay dat oorspronkelijk in het Duits is verschenen in het Zwitserse tijdschrift Die Weltwoche”.

17 Maart 1948

Dat was de dag dat in Brussel, in “het paleis der Akademiën” het verdrag van Brussel werd ondertekend.

Nederland was verwikkeld in een koloniale oorlog, zelf bankroet en nog grotendeels afhankelijk van buitenlandse (Amerikaanse) steun om het hoofd boven water te houden.

In deze context leek het een goed idee om een verdrag te ondertekenen dat een politieke, militaire en economische samenwerking tussen Groot-Brittannië, Frankrijk, Nederland, België en Luxemburg nastreefde.

“De Europese Unie” (sic) , aldus de Franse minister Bidault, “is een grote politieke daad waarvan geen terugkeer meer mogelijk is”.

De Nederlandse minister van buitenlandse zaken, baron van Boetzelaer, memoreerde dat de ondertekening van het Verdrag van Brussel een keerpunt betekent in de traditionele (neutrale) politiek van Nederland.

De recente stemming die in Groot-Brittannië zal leiden tot het verlaten van deze Europese Unie, “waarvan geen terugkeer meer mogelijk is”, laat zien dat er wel degelijk een terugkeer mogelijk is. Nederland anno 2016 staat er heel anders voor dan in 1948.

De Europese Unie is verworden tot een niet-democratische constructie, waarin de belangen van de burgers ondergeschikt zijn geraakt aan de belangen van multinationals en financiële conglomeraten die slechts tot doel hebben een kleine groep te verrijken ten kosten van de grote meerderheid. Alhoewel ik zeker geen socialist ben, stuiten mij de vanzelfsprekendheid waarmee onze wetgeving wordt opgesteld ten behoeve van multinationals (TTIP), de reddingsakties ten behoeve van de €  opdat grote banken hun winsten kunnen behalen, de manier waarop mijn pensioen door de geldpolitiek van de ECB onderuit wordt gehaald opdat Italianen en Grieken ongehinderd geld kunnen lenen, nogal tegen de borst. Daarbovenop komt nog de ongecontroleerde toestroom van enorme groepen mensen uit Afrika en het Midden-Oosten, die schijnbaar ongehinderd Europa binnen lopen, daarbij aangemoedigd door de houding van de Duitse regering (“wir schaffen das ..”) , waarna zij zich hier nestelen in onze verzorgingsstaat om gedurende de komende drie generaties allemaal een uitkering te genieten.

Al deze zaken gebeuren zonder een schijn van democratische afstemming en controle. Toen in 2005 het Nederlandse volk tegen de Europese grondwet stemde, werd deze wet later toch aangenomen als “verdrag van Lissabon”.  Het dit jaar verworpen associatieverdrag tussen de Oekraïne en de EU wordt toch gewoon uitgevoerd. Waar is hier de legitimiteit?  Waar is de soevereiniteit? Deze ligt bij een ongekozen Europese Commissie, die zich laat gelden alsof zij de waarheid in pacht heeft.

Het wordt tijd om het verdrag van Brussel te herzien en een nieuw begin te maken, want het EU wangedrocht heeft zijn langste tijd gehad.

 

De VVD wordt getypeerd door mensen als Rene Leegte

Wat een ongelofelijke draaikont en fossiele brandstoffanaat is Rene Leegte :

DEN HAAG
VVD-Kamerlid René Leegte bood zaterdag zijn excuses aan voor een telefoongesprek dat hij in de trein voerde over de gaswinning in Groningen. Leegte belde na het werkbezoek vrijdag aan het door aardbevingen getroffen Groningen met een andere VVD’er.
 
Tweede Kamerlid Rene Leegte (VVD) Foto: ANP
 

Maar ook omstanders konden het gesprek over onder meer de te volgen VVD-lijn in deze kwestie volgen. En dat leidde ook zaterdag nog tot boze reacties op Twitter. Leegte: „Ik bied mijn excuses aan voor het voeren van een telefoongesprek over een gevoelig onderwerp terwijl ik in de trein zat. Daardoor is onnodig onrust ontstaan over de wijze waarop de VVD kijkt naar de problemen in Groningen. Voor de VVD staat de veiligheid van de gaswinning voorop. Wij steunen het besluit van het kabinet om de gaswinning fors terug te schroeven.”

Leegte pleit voor tijdrekken en het misleiden van de Groningers, opdat zijn Haagse rekening gevuld blijft worden met aardgasgeld. Het feit dat inwoners van Groningen hun huizen verwoest zien worden door de gasaardbevingen vindt hij iets dat zo lang mogelijk moet worden ontkend : “We blijven op de lijn dat we verband gaswinning en aardbevingen moeten onderzoeken.” [zodat we proces vertragen, winning hoog blijft] .

Fyra debakel

Bij het lezen over de pogingen, in Nederland een hogesnelheidslijn te bouwen en te gebruiken valt op hoe beschamend amateuristisch en achterlijk de Nederlandse Spoorwegen eigenlijk zijn.

NS – Nederlandse Spoorwegen – dekt eigenlijk de lading niet. Spoorwegen hebben wij niet, meer een soort hypervol forenzennet vol met stoptreinen die in andere landen als ‘Regionalbahn’, ‘Pendeltåg’ of iets soortgelijks bekend staan.

Waarom lukt het ons niet om een trein harder te laten rijden dan 160 km/u ? Uit het boek ‘Geschichte der Deutschen Bundesbahn’ komt het volgende stukje :

“Aber dann ab 1970 kamen die 145 Exemplare der Serien 103 natürlich doch; die Utopie wurde Alltag. Ab 1971 wurden sie vor den in Zweistundentakt nur mit Erster Wagenklasse fahrende Intercitys eingesetzt, die dann auf immer längeren Abschnitten auch wirklich 200 km/h fahren durften”

DB103

DB103 1

De (West-)Duitse spoorwegen reden dus vanaf 1970 met hun IC treinen volgens plan stukken met 200 km/h.  43 jaren later lukt het de Nederlandse spoorwegen nog steeds niet om deze dienstregeling ook maar bij benadering te evenaren.

Andere wapenfeiten die onderbouwen hoe wij achterlopen op andere landen:

  • De Franse spoorwegen SNCF rijden sinds 1981 met hun TGV, welke in de reguliere dienst snelheden tot 320 km/u haalt.
  • In Japan rijdt al sinds de jaren 60 de Shinkansen trein, met snelheden tot 320 km/u.
  • De Duitse ICE trein rijdt sinds 1985 door Duitsland en haalt snelheden tot 300 km/u.

De NS moeten hun concessie voor de HSL afstaan en een andere partij, die wel met dit soort treinen overweg kan, ruim baan geven om ons in Nederland wel met een goed werkende HSL van dienst te zijn.

Pim Fortuyn 10 jaren dood

 

Fortuyn doodgeschoten

10 jaren geleden werd Pim Fortuyn doodgeschoten door een intolerante gek, Volkert van der Graaf.

de moordenaar van Pim Fortuyn

Fortuyn’s strijd tegen elitaire, ondemocratische en arrogante gezagsstructuren is nog steeds actueel. Waarom heb ik als burger nog steeds geen grip op de keuze van:

  • De burgemeester van mijn woonplaats?  De man/vrouw, die in mijn woonplaats verantwoordelijk is voor het handhaven van de openbare orde, is aan de burgers in zijn/haar gemeente geen verantwoording verschuldigd. Hij/Zij heeft wel grote invloed op mijn persoonlijke veiligheid. Benoemd door de kroon.
  • De commissaris van de koningin? Een functie met een hoog Bobo gehalte, maar feitelijk wel de hoogste bestuurder in mijn provincie. Benoemd door de kroon.
  • Het staatshoofd? Benoemd zichzelf in Nederland en kan alleen afkomstig zijn uit een familie die zichzelf zeer bijzonder vindt, maar waar bij nadere inspectie een hoop op aan te merken is. Aan ons opgedrongen in 1815 bij het Congres van Wenen en tot de dag van vandaag een bloedzuiger van formaat voor de samenleving.

 

Fortuyn was een eigenwijze dandy, een relnicht die het heerlijk vond om de vinger op de zere plek te leggen. Oplossingen had hij niet voor de problemen die hij benoemde, maar het feit dat hij deze benoemde maakt hem uniek. Rust in vrede, Pim Fortuyn!